Razziaherdenking in Middelstum
Nadat vorig jaar in Middelstum op 5 mei de plaquette is
onthuld ter nagedachtenis aan de razzia in Middelstum, heeft hier op 25 april
de eerste razziaherdenking plaatsgevonden. Op de plaats waar vroeger café van Lakum stond werd onder
grote belangstelling stil gestaan bij de verschrikkelijke gebeurtenis van 79
jaar geleden.
Tijdens de herdenking heeft Henk Medema een zeer
aangrijpend verhaal verteld over hetgeen destijds allemaal is gebeurd. Henk
Medema is de zoon van Hindrik Medema, hij was één van de mannen die gevangen
zijn genomen op 25 april 1944. Het hele verhaal van Henk kunt u hierna lezen.
OPDAT ZE NIET VERGETEN WORDEN
Geachte aanwezigen.
Welkom bij deze eerste herdenking van de razzia die op 25 april 1944 plaatsvond in o.a. Middelstum.
Mijn naam is Henk Medema, zoon van Hindrik Medema, die bij de razzia in april 1944 samen met 30 andere Middelstummers opgepakt is door de Duitsers.
Ik wil u graag meenemen in het verhaal voor, tijdens en na de razzia van 25 april 2044 in Middelstum, Bedum, Winsum en Zuidwolde.
De aanslag:
In Bedum wordt op 22 april 1944 Jannes Luitje
Keijer, door leden van het Groninger verzet doodgeschoten.
Keijer zat bij de Nederlandse Staatspolitie, maar
heulde ook met de Duitsers. Hij zat veel in het beruchte Scholtenhuis in
Groningen en wist teveel van de plannen van het Groninger verzet.
De Duitsers nemen na de moordaanslag wraak en schieten de dagen erna vijf mensen uit de omgeving dood.
De Duitsers nemen na de moordaanslag wraak en schieten de dagen erna vijf mensen uit de omgeving dood.
De Razzia:
Op 25 april organiseren de Duitsers een Razzia in
Middelstum, Bedum, Zuidwolde en Winsum. Aan deze strooptocht nemen zo’n 1.000
militairen deel van de Grune Polizei.
In totaal worden in de vier dorpen 140 jonge
mannen gearresteerd terwijl ze niets verkeerd hebben gedaan.
In en rondom Middelstum worden 31 jonge mannen
tussen 16 en 27 jaar opgepakt.
Hier op deze plaats worden de jongens in de biljartzaal van het toenmalige café van Lakum samengeperst als haringen in een ton. De eersten die opgepakt zijn, hebben daar bijna de hele dag moeten staan wachten op wat komen ging.
Hier op deze plaats worden de jongens in de biljartzaal van het toenmalige café van Lakum samengeperst als haringen in een ton. De eersten die opgepakt zijn, hebben daar bijna de hele dag moeten staan wachten op wat komen ging.
In de loop van de avond zijn de jongens in
overvalwagens naar het politiebureau aan het Martinikerkhof in Groningen
gebracht. Hier hebben ze de nacht op de grond doorgebracht, niet wetende wat er
verder zou gebeuren.
Dezelfde dag probeert de Sicherheits Dienst ’s
avonds in Huizinge dominee Lieve te liquideren. Dit lukt echter niet omdat hij ergens
anders was.
Dan maar naar Middelstum, waar de Duitsers onderwijzer
Heys in de deur van zijn woning zonder pardon doodschieten.
De volgende morgen om half zes wordt de groep van 140 man al lopend naar het hoofdstation in Groningen gedirigeerd.
De volgende morgen om half zes wordt de groep van 140 man al lopend naar het hoofdstation in Groningen gedirigeerd.
Hier staat een trein met onbekende bestemming
voor de groep klaar. Waarheen was niet bekend. De jongens waren erg bang voor
wat er zou gebeuren.
Kamp Amersfoort:
De trein stopt uiteindelijk in Amersfoort en
vandaar gaan de mannen in looppas naar het gevreesde kamp Amersfoort.
In dit concentratiekamp heerst een mensonterend
regime van honger, mishandeling, dwangarbeid en executies. In totaal hebben
hier zo’n 48.000 mensen gedurende de oorlog tijdelijk gevangen gezeten om
uiteindelijk door te worden gevoerd naar Duitsland of Polen.
Na aankomst worden de 140 Groningers in de zogenaamde
Rozentuin gezet. Dit was een kooi van prikkeldraad van 4 bij 40 meter. Hier moeten
de jongens de hele middag blijven staan. Pas vroeg in de avond worden ze naar
hun slaapplaatsen gebracht.
Later die week komt er ook nog een groep uit
Beverwijk en Sliedrecht bij. Ook hier is een razzia gehouden en veel jonge
mannen gearresteerd.
Uiteindelijk hebben de jongens die bij diverse
Razzia’s in Nederland opgepakt zijn nog geluk gehad. Echte martelingen met de
dood tot gevolg of executies tegen hen vindt gelukkig niet plaats.
Wel tegen andere groepen, zoals mensen van het
verzet en joden.
Eind juni krijgen alle gijzelaars een brief die
ze naar huis moeten sturen. Hierin wordt de familie opdracht gegeven om voor
kleding en schoeisel te zorgen voor hun zonen, in verband met een voorgenomen
transport.
Geld, levensmiddelen of brieven mogen absoluut niet
meegestuurd worden.
Op 5 juli worden alle jongens kaalgeschoren ter
voorkoming van luizen.
Op 6 juli krijgt de groep nog een strafexercitie
te verduren. De meesten zijn na afloop hiervan helemaal kapot.
Daarna moeten ze zich melden bij het hoofd van
het kamp. Iedereen moet een brief ondertekenen waarin staat dat ze vrijwillig
naar Duitsland vertrekken om daar werk te verrichten. Na de laatste strafexercitie
durft natuurlijk niemand dit nog te weigeren.
In de vroege ochtend van 7 juli 1944 verlaat de
groep gijzelaars Kamp Amersfoort en moeten ze bijna rennend naar het station
waar een trein klaar staat. Velen zijn moe en verliezen hierbij hun te zware
koffer.
Ze moeten verder in de kleding die ze op dat moment al
vanaf eind april aan hadden. Velen van de 140 Groningers lopen op klompen.
De trein vertrekt om half vijf in de morgen. Maar
waarheen? Niemand die het weet. Opnieuw zijn de jongens bang voor wat hen te
wachten staat.
De Duitse werkkampen:
De eerste stop is in Braunschweig waar een aantal
wagens losgekoppeld worden. Hier wordt de eerste groep uit de trein gezet en
naar diverse werkkampen daar in de buurt gebracht.
De rest gaat door richting Maagdenburg, Halle en daarna
zuidwaarts van Leipzig. Vanaf hier worden ze over diverse werkkampen verspreid.
De werkkampen waarheen de groepen worden afgevoerd
liggen bij de dorpjes Lippendorf, Peres en Bohlen. Hier bevinden zich grote industriegebieden
met veel fabrieken.
De onderkomens daar zijn op zijn Gronings gezegd
noit best.
De jongens moeten er hard werken van ’s morgens
vroeg tot ‘s avonds laat.
Dagelijks kilometers lopen naar en van het werk, onder
toezicht van soldaten met geweren in de aanslag. Op de gekste momenten werd er
zo maar iemand uit de rij gehaald en mishandeld.
In kamp de Kippe in Lippendorf leven de jongens
in tentjes van hardboard met stro op de grond. Het eten is er slecht en veel te
weinig. Ook het sanitair is zeer gebrekkig wat de nodige ziekten oplevert.
Van de 140 opgepakte Groninger gijzelaars keren
22 niet levend terug naar huis, vanwege ziektes, uitputting, mishandeling en de
bombardementen die er plaatsvinden op de fabrieken en omgeving waar ze werkten.
Van de 31 uit Middelstum keren er 4 niet levend
terug, te weten:
Klaas Doeke Pot Arend
Jansma Nicolaas Dijkema en Berend
Tuitman
OPDAT ZE NIET VERGETEN WORDEN
De bevrijding en de terugreis:
Begin april ‘45 worden ze eindelijk bevrijd door
de Amerikanen.
De jongens maken zich uiteraard zo snel mogelijk uit de voeten en vertrekken in veel kleine groepjes alle kanten op.
De meesten dwalen er dagen rond, niet wetende hoe ze terug naar huis moeten komen.
Een groepje waar ook mijn vader deel van uitmaakte bestond uit vijf man.
Op een gegeven moment konden ze vijf fietsen stelen. Na ongeveer 50 km westwaarts kwamen ze een dronken Amerikaan met geweer tegen die een fiets invorderde.
De jongens maken zich uiteraard zo snel mogelijk uit de voeten en vertrekken in veel kleine groepjes alle kanten op.
De meesten dwalen er dagen rond, niet wetende hoe ze terug naar huis moeten komen.
Een groepje waar ook mijn vader deel van uitmaakte bestond uit vijf man.
Op een gegeven moment konden ze vijf fietsen stelen. Na ongeveer 50 km westwaarts kwamen ze een dronken Amerikaan met geweer tegen die een fiets invorderde.
De jongste van de groep, de 17 jarige Cor Hofman,
moest zijn fiets inleveren. Daarna maar achterop de fiets bij de oudste van de
groep. Dat was mijn vader. Hij was toen 25 jaar.
Meer dan 100 kilometer verderop, hebben ze gelukkig weer een fiets weten te stelen. Daarna eindelijk alle vijf verder op een eigen fiets.
Meer dan 100 kilometer verderop, hebben ze gelukkig weer een fiets weten te stelen. Daarna eindelijk alle vijf verder op een eigen fiets.
Ze probeerden natuurlijk zoveel mogelijk richting het Westen te fietsen, maar zijn tijdens de tocht vaak verdwaald. Ze fietsten door bossen en over onverharde paden zonder te weten welke gevaren er op de loer lagen.
Wat ze o.a. niet wisten was, dat er overal landmijnen
ingegraven waren waar ze langs gefietst waren. Dit hoorden ze pas achteraf van boeren,
waar ze mochten slapen en wat te eten kregen. Veel geluk gehad dus tijdens de
reis.
Fietsend richting het Westen, via stukken tussen
Amerikaanse tanks over de autobahn Leipzig, Halle, en Hannover. Daarna op naar
Oldenburg. En dan eindelijk na meer dan drie weken de grens over naar Nederland.
Na ongeveer 600 kilometer, waren ze eindelijk weer
in Middelstum.
Vrij en dan:
Bijna niemand van de jongens die terugkwam praatte over de ellende die ze een jaar langs hadden meegemaakt. Het was te moeilijk voor ze om daarover te praten.
Bijna niemand van de jongens die terugkwam praatte over de ellende die ze een jaar langs hadden meegemaakt. Het was te moeilijk voor ze om daarover te praten.
Velen hadden last van depressieve buien en nachtmerries. Maar hulp was er toen niet. Ze moesten het zelf maar oplossen en zo snel mogelijk maar weer aan het werk.
De Herdenkingsplek in Duitsland:
Vorig jaar eind april is een groepje, vijf
fietsers en twee begeleiders, bij het Nederlandse herdenkingsmonument in de
buurt van Leipzig geweest.
In eerste instantie was de fietsreis gepland in
2020 i.v.m. 75 jaar vrijheid. Echter door de Corona problematiek is dat twee jaar later
geworden.
Het monument is daar door een groep Nederlandse
overlevenden neergezet en op 9 april 1969 officieel onthuld.
De steen was al een aantal jaren niet meer
schoongemaakt en zag er wat verwaarloosd uit.
Onze fietsgroep heeft het monument schoongemaakt
en daarna bloemen gelegd.
De tekst op de steen luidt “Ter herinnnering
aan de omgekomen Nederlandse Kampgenoten Peres-Lippendorf 1944-1945.
Een groepje Duitsers heeft ons de gehele dag vergezeld.
Eerst naar het monument en daarna tijdens een rondtoer door de prachtige stad Leipzig.
We hebben daar een goede band met ze opgebouwd.
Zij hebben ons beloofd ervoor te zorgen dat het
monument elk jaar door hen schoongemaakt zal worden. Ik heb er vertrouwen in dat
dit gebeurd. De mannen die ons vergezelden schamen zich enorm voor alles wat er
tijdens de oorlog gebeurd is.
De Fietstocht:
De dag erna was de eerste etappe van onze
fietstocht van Leipzig naar Middelstum, 600 km.
Na zes dagen kwamen we aan in Middelstum. Bij het
kombord op de Delleweg zijn we door zo'n 250 mensen waaronder ook veel kinderen
op prachtige versierde fietsen hartelijk verwelkomd.
Na een rondgang door het dorp is de plaquette
hier, onder toeziend oog van veel inwoners door burgemeester Ben Visser en de
fietsgroep officieel onthuld.
Kees Geut, toen nog bestuurslid van de Historische Vereniging Middelstum, heeft ervoor gezorgd dat de plaquette gerealiseerd is.
Kees Geut, toen nog bestuurslid van de Historische Vereniging Middelstum, heeft ervoor gezorgd dat de plaquette gerealiseerd is.
Jetze Smit van de HV heeft het ontwerp gemaakt.
Beide heren, nog veel dank hiervoor.
Elk jaar willen we hier op deze plek samen komen en bloemen leggen ter herinnering aan de groep mannen die door de razzia vanaf deze plek afgevoerd zijn.
Elk jaar willen we hier op deze plek samen komen en bloemen leggen ter herinnering aan de groep mannen die door de razzia vanaf deze plek afgevoerd zijn.
OPDAT ZE NIET VERGETEN WORDEN.
dank voor uw aandacht.
Bron: 4 mei comité en Henk Medema (26 april 2023) foto's Jannes Klaassen